Burgerschap in de praktijk

Wij leren de leerlingen omgaan met zichzelf, de wereld en de ander. In mentorlessen worden de leerlingen gevolgd en gecoacht en medeverantwoordelijk gemaakt voor de sfeer in de klas. Ook in projecten werken zij aan de omgang met zichzelf de ander en de wereld. In de sectie Internationalisering en bij de vakken maatschappijleer en maatschappijwetenschappen wordt nog extra aandacht besteed aan Europees burgerschap. Binnen de mentor- en burgerschapslessen is er aandacht voor maatschappelijke thema’s die het blikveld van de leerling verruimen en het respect naar elkaar kunnen vergroten.

Democratisch en maatschappelijk verantwoord handelen en omgaan met verschillen, drie van de belangrijke pijlers van het burgerschapsonderwijs worden hiermee in praktijk gebracht.

Iedere leerling is uniek

Vanuit de gedachten voor kansengelijkheid passen we het onderwijs aan, waar mogelijk, aan de behoefte van de individuele leerling. Vanuit de school worden handvatten gegeven om het goede gesprek hierover te voeren. Er is in de les ruimte verschillen in niveaus en voor verschillende werkvormen. We  ondersteunen de leerling bij het vinden en toepassen van de eigen  leerstrategie. Om aan de verschillende behoeftes te voldoen werken we met een flexibel rooster. We geven de leerling het vertrouwen en de ruimte om zich te ontwikkelen op elk gebied: hoofd, hand en hart. Fouten maken is een onderdeel van het leerproces.

Regie in eigen hand

Eén van de ambities binnen het Koersplan is om de leerlingen meer eigenaarschap en meer regie te laten nemen over hun ontwikkeling en leerproces en om kansengelijkheid te bevorderen. Dat sluit naadloos aan op ons Jenaplan onderwijs. Daarom zijn op de SSgN de regie-uren in het leven geroepen.

Binnen deze regie-uren kunnen leerlingen meer verdieping krijgen in vakken waar ze goed zijn of ondersteuning voor vakken die ze lastiger vinden. De rol van de mentor als coach is hierin essentieel. Deelname aan regie-uren is voor een groot deel vrijwillig. De mentor begeleidt de leerling in het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten.

Taal- en rekenbeleid

Wij werken met een dyslexie- en een dyscalculieprotocol als afgeleide van ons taal- en rekenbeleid. In dit beleid dat van belang is voor het taal- en rekenniveau van de leerling op een goed niveau te brengen worden de adviezen meegenomen vanuit de werkgroepen die zich bezighouden met onderwijsontwikkeling.

Alle leerlingen van de brugklassen worden aan het begin van het schooljaar door de remedial teachers getest op het gebied van rekenen. Daarnaast wordt de informatie van de basisschool grondig doorgenomen. Op grond van de resultaten kunnen leerlingen individueel of in een klein groepje RT krijgen.

Ruimte voor experimenten

Binnen het grotere idee is ruimte voor verschillende werkvormen, er bestaan verschillende oplossingen en leerstrategieën en er is ruimte voor experimenten. Het streven is om vanuit het eigenaarschap van de leerling en het bevorderen van kansengelijkheid met een meer flexibel rooster te gaan werken waar nodig en er wordt in toenemende mate projectmatig en vakoverstijgend gewerkt.